Ouders liggen wakker van wat onze jongeren op sociale media tegenkomen: schadelijke inhoud, onveilige interacties, verslavende algoritmes en desinformatie. Sociale media zijn vandaag niet altijd een veilige plek voor kinderen. Dat moet veranderen. Minister van Media Cieltje Van Achter: “Het principe is eenvoudig: wie structureel weigert kinderen en jongeren te beschermen, verliest het recht op onze markt. Dan eisen we dat ze offline worden gehaald. Zoals we onveilige producten uit de rekken halen tot ze voldoen aan veiligheidsnormen, kunnen we ook platformen of diensten tijdelijk offline halen als de uitbater weigert ze veilig te maken.”
De Europese commissie deed het al eerder, kijk naar TikTok Lite dat verboden werd omdat het niet voldeed aan de Europese regels. Ook wat betreft desinformatie, Meta weet dat nepadvertenties waarmee burgers worden opgelicht geld opleveren: naar schatting 10% van de jaaromzet van Meta. Dan is het probleem niet dat het “te moeilijk” is om aan te pakken, maar dat het “te rendabel” is om ermee te stoppen. Vlaanderen wil daar nu paal en perk aan stellen. Wat offline illegaal is, mogen we online ook niet tolereren.
Platformen moeten hun verantwoordelijkheid nemen
Minister Van Achter: “De verantwoordelijkheid ligt in de eerste plaats bij de platformen zelf. Zij hebben de middelen en de technologie: aan hen om sociale media veiliger te maken en we zullen daar strikt op toezien.”
Vlaanderen eist effectieve handhaving van de regels:
- Echte leeftijdscontrole tot 13 jaar;
- Geen verslavende algoritmes of oneindig scrollen voor onze tieners;
- Een verbod op gepersonaliseerde advertenties voor minderjarigen;
- Duidelijkheid over hoe algoritmes werken en transparantie over hoe content wordt gepusht;
- Geen aanbevelingssystemen gebaseerd op profilering van minderjarigen;
- Geen misleidend ontwerp dat kinderen langer op het platform houdt: oneindig scrollen, pull-to-refresh, constante meldingen, automatisch afspelende video's en systemen met dagelijkse beloningen.
Iedereen Mediawijs
Naast beschermen willen we ook versterken. Daarom maken we van mediawijsheid een basiscompetentie voor elke Vlaming, jong en oud. Zo leert iedereen nep van echt te onderscheiden, krijgt iedereen grip op privacy en online veiligheid, en versterken we de weerbaarheid tegen desinformatie, deepfakes en AI-gestuurde beïnvloeding. We verankeren mediawijsheid structureel in scholen, investeren in de digitale competenties van (toekomstige) leerkrachten en zorgen voor leeftijds- en niveaugericht lesmateriaal dat makkelijk vindbaar is.
Buiten de schoolmuren versterken we ouders en opvoeders met praktische informatiepakketten, gerichte campagnes en bouwen we Mediawijs.be verder uit tot hét centrale kennisplatform met tools, richtlijnen en vormingen voor ouders, onderwijs, jeugdwerk, welzijn en bibliotheken. Tot slot zetten we in op brede publieksacties en meten we de impact, zodat we jaarlijks kunnen bijsturen.
Hoe gaat het actieplan sociale media veilig maken?
Het Vlaams Actieplan 'Veilig Online' vertaalt die ambitie in concrete acties, we houden daarmee rekening met de aanbevelingen van het advies van de Hoge Gezondheidsraad. Onder andere:
- Strengere opvolging van de leeftijdsgrens tot 13 jaar, zodat de regel bekend is en naleving geen dode letter blijft met een strikte toepassing van de Europese digitaledienstenverordening (DSA).
- Effectieve leeftijdscontrole op sociale mediaplatformen: met aandacht voor privacy en rechten van minderjarigen.
- Eén duidelijke weg naar hulp en meldpunten: afstemming van meldpunten en partners (o.a. Safeonweb, Child Focus, Vlaams Mensenrechteninstituut, Kinderrechtencoalitie, Kennis Centrum Kinderrechten) zodat burgers sneller bij het juiste loket uitkomen.
- Voor het eerst een impactmeting van het mediawijsheidsbeleid (nulmeting in 2026), zodat we eindelijk systematisch kunnen meten wat werkt, wat niet werkt en waar bijsturing nodig is.
- Evaluatie en versterking van het juridisch kader rond digitale risico’s (zoals deepfakes, deepnudes, doxing, phishing, enz.) om lacunes te detecteren en versterkingen voor te bereiden.
- Mediawijs.be als centraal leerplatform: Vlaanderen bouwt Mediawijs.be verder uit tot een permanent leerplatform en positioneert het kenniscentrum sterker als herkenbare gids.
- Mediawijsheid wordt een belangrijke competentie in het onderwijs. Huidige en toekomstige leerkrachten krijgen mediawijsheid mee in opleidingen. Daarnaast stimuleren, promoten en verspreiden we educatief materiaal aangepast aan verschillende leeftijden, onderwijsniveaus en taalniveau, bijvoorbeeld over de Netflix-serie Adolescence.
- Ouders worden versterkt in de digitale opvoeding van hun kinderen met concrete tips, materialen en een gids over thema’s als schermgebruik, sociale media, online veiligheid en digitale balans. Dat gebeurt in samenwerking tussen verschillende organisaties, waaronder Mediawijs, het kenniscentrum Digisprong, het VAPH, het Agentschap Opgroeien, de Huizen van het Kind, bibliotheken, dokters, ouderverenigingen en het sociaal-cultureel werk.
Geen verstrenging van de leeftijdsgrens tot 16 jaar
In het actieplan staat geen verbod tot 16 jaar omdat we onze tieners net beter willen beschermen. Een verbod zal het omgekeerde doen en zal sociale media niet doen verdwijnen maar het onderwerp wel taboe maken. Sociale media zijn voor veel jongeren óók een bron van steun, expressie, informatie en gemeenschap. Hulporganisaties, waaronder Child Focus, kunnen online vaak jongeren bereiken die ze anders niet bereiken. En dat zijn vaak de meest kwetsbare jongeren, die geen netwerk rondom zich hebben.
Het advies van de Hoge Gezondheidsraad stelt dat er geen vaste leeftijdsgrens nodig is: de effecten van sociale media verschillen per platform, context, inhoud en ouderlijke begeleiding. Het advies stelt bovendien ook dat het bewijs uit andere landen aantoont dat zelfs wanneer leeftijdsverificatietechnologieën worden ingevoerd, ze vaak ineffectief zijn, privacyproblemen veroorzaken en een vals gevoel van veiligheid creëren. Tieners zouden waarschijnlijk migreren naar minder gereguleerde, mogelijk schadelijkere platformen of alternatieve tools gebruiken, zoals game-omgevingen en berichtenapps.