
Vlaams minister van Brussel en Media

Vlaamse regering investeert in Huis van het Nederlands Brussel voor meer taaloefenkansen
Vlaams minister van Integratie en Inburgering Hilde Crevits en Vlaams minister van Brussel Cieltje Van Achter brachten vandaag samen een bezoek aan het Huis van het Nederlands Brussel. Met hun bezoek onderstrepen beide ministers dat de versterking van het Nederlands in Brussel een gezamenlijke beleidsprioriteit is. In het nieuw sociaal cohesieplan wordt daarom bijkomende ondersteuning voorzien voor het Huis van het Nederlands om meer oefenkansen voor Nederlands te organiseren.
Huis van het Nederlands Brussel
Het Huis van het Nederlands Brussel is het startpunt voor volwassenen in Brussel die Nederlands willen leren, oefenen of toepassen. Ze ondersteunen ook scholen, bedrijven en organisaties bij alles wat met Nederlands te maken heeft. Ze spelen vooral een cruciale rol in de regie van het NT2-aanbod. Op 20 jaar tijd passeerden er zo al 200.000 klanten bij het Huis. Voor NT2 specifiek ging het in 2024 om 16.738 unieke bezoekers. Dit leidde tot 13.188 uitgebrachte adviezen over het meest geschikte NT2-aanbod en 8.943 inschrijvingen voor een cursus NT2. Dat zijn er 400 meer dan in 2023. Een positieve evolutie. Slechts een klein deel van de klanten neemt NT2 op in het kader van het inburgeringscontract, het overgrote deel van de mensen die zich hiervoor aanmelden zijn mensen die Nederlands willen leren buiten de inburgeringscontext.
Tijdens het bezoek maakten de ministers kennis met de dagelijkse werking van het Huis: van screenings en intakegesprekken voor anderstalige Brusselaars tot gesprekken met medewerkers over de uitdagingen in het taalbeleid.
Nieuw sociaal cohesieplan met extra middelen voor taaloefenkansen Nederlands
Om lokale besturen te ondersteunen in hun lokaal integratiebeleid, lanceerde Vlaams minister Hilde Crevits een nieuw sociaal cohesieplan. In Brussel zal de VGC, die de regierol heeft over het Vlaams lokaal integratiebeleid in Brussel, daarbij kunnen rekenen op ondersteuning vanuit het Agentschap Integratie & Inburgering en op een extern aanbod, aangeboden door expertenorganisaties. Het plan focust op de thema’s werk, onderwijs en op de kennis van het Nederlands, met in het bijzonder aandacht voor de integratie en inclusie van vrouwen en meisjes.
Naast het formele onderwijs om Nederlands te leren is het belangrijk dat nieuwkomers voldoende kansen hebben om Nederlands te spreken. Zeker in Brussel is dat een uitdaging. Het is belangrijk dat mensen de kans krijgen om via alledaagse momenten de taal te horen, te begrijpen en zelf te gebruiken in interactie met anderen. In Brussel werden de taken rond taalbeleid en taalpromotie toegewezen aan het Huis van het Nederlands.
Om een kwalitatief en duurzaam verankerd aanbod aan oefenkansen Nederlands uit te bouwen, zal het Huis van het Nederlands, in het kader van het nieuw sociaal cohesieplan, bijkomende ondersteuning geboden worden. Zo stimuleren we stadsdiensten en organisaties om bijkomende oefenkansen Nederlands te voorzien en organiseren.
Vlaams minister van Integratie en Inburgering Hilde Crevits: “Kennis van het Nederlands is de sleutel tot een goede integratie in onze samenleving. Het is nodig om werk te vinden, opleidingen te volgen of simpelweg contacten te kunnen leggen met anderen. Het Huis van het Nederlands Brussel speelt daarin een onmisbare rol. Met hun professionele aanpak helpen ze duizenden Brusselaars op weg. Vooral de taaloefenkansen zijn heel sterk, vandaar dat we daarin extra zullen investeren in kader van het sociaal cohesieplan.”
Minister van Brussel Cieltje Van Achter “De prioriteit van mijn Brusselbeleid is: Nederlands, Nederlands, Nederlands. In een stad waar 15% van de mensen geen Nederlands of Frans spreekt, is de nood aan oplossingen urgenter dan ooit. Elke Brusselaar die dat wil, moet de kans krijgen om Nederlands te leren én te oefenen. Het Huis van het Nederlands Brussel is daarin een absolute spil. Ook in mijn totaalplan Nederlands is er een belangrijke rol weggelegd voor het Huis, zodat meer mensen de kans krijgen om de taal te leren, te oefenen én effectief te gebruiken. Met deze extra middelen versterken we hun werking en zetten we voluit in op meer Nederlands in het dagelijkse leven.”
