
Elk jaar investeert Vlaanderen 1,3 miljard euro in Brussel. Die Vlaamse injectie in Nederlandstalige scholen, cultuurhuizen, sportverenigingen en zorginitiatieven maakt een tastbaar verschil in het dagelijkse leven van (tien)duizenden Brusselaars. Lokale besturen erkennen dat en willen daar constructief rond samenwerken. “Ik denk bijvoorbeeld aan de noden van bijvoorbeeld oefenkansen Nederlands of aan de rol die gemeenten willen opnemen in het versterken van het Nederlands”, licht Van Achter toe.
Oproep tot dialoog
De uitnodiging en oproep tot dialoog van de minister kreeg al brede positieve reacties, ook van heel wat PS-burgemeesters. "Dat staat in schril contrast met de politieke veto’s op het niveau van de Brusselse regeringsvorming. Dit bewijst dat samenwerking en dialoog in het belang van de Brusselaars mogelijk is.”
Toch reageerde niet iedereen even constructief. Tot nu toe was er slechts één negatieve reactie: Olivier Maingain, burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe, vindt een ontmoeting met Vlaanderen ‘niet nodig’ en ‘niet dringend’. “Maingain bewijst opnieuw dat hij Nederlandstalige Brusselaars als onbelangrijk beschouwt. Terwijl de andere Brusselse gemeenten open staan voor samenwerking, blijft Maingain vastzitten in een verouderde politiek van verdeeldheid en verzet. Dat is nefast voor de toekomst van Brussel en zijn bewoners.”
Samenwerking als sleutel voor een sterker Brussel
De minister benadrukt dat de overige gemeenten tonen dat samenwerking wél mogelijk is. “Zij erkennen dat samenwerken over partijgrenzen heen concrete voordelen biedt voor alle Brusselaars. Nu is het aan de partijen op het niveau van de Brusselse regering om dit voorbeeld te volgen.”
Van Achter reikt daarom de hand aan alle gemeentebesturen, ongeacht hun politieke kleur. “Ik hoop dat deze dialoog zal leiden tot concrete samenwerkingen en verdere versterking van de Vlaamse aanwezigheid in onze hoofdstad.”